Sporthal De Roomley ligt in de dorpskern van het Brabantse Udenhout en is vernoemd naar de gelijknamige beek, die achter de sporthal stroomt. De sporthal is onlangs vernieuwd en verduurzaamd, en dat was geen overbodige luxe. ‘Het gebouw dateerde uit de jaren ’70, was donker en slecht geïsoleerd. Het kon dus wel een opknapbeurt gebruiken’, vertelt Peter van Doren. Als ontwerper en adviseur groen bij de gemeente Tilburg, heeft hij zich gebogen over de inrichting van de buitenruimte.
Van Doren vertelt dat omwonenden en gebruikers van de sporthal nauw bij de plannen zijn betrokken. ‘Om de wensen voor de inrichting van de buitenruimte te inventariseren, hebben we een bewonersavond georganiseerd. Hieruit kwam naar voren dat de buurtbewoners graag meer groen om het gebouw wilden. Ook bleek er overlast te zijn van hangjongeren en dealers, die zich vooral ophielden op de donkere plekjes van het terrein.’
Grote maten
Op basis van deze input maakte Van Doren een ontwerp. Omdat het groen hierin een belangrijke rol speelde, stelde hij samen met Thomas de Ruiter van Boomkwekerij Udenhout een beplantingsplan op. ‘Om het project meteen body te geven, hebben we bewust gekozen voor grote maten’, geeft Van Doren aan.
Maar er waren meer zaken die meespeelden bij de beplantingskeuze. Zo kozen de mannen voor een grote variatie aan bomen en een niet alledaags sortiment. Eén van de meest beeldbepalende bomen, een Acer rubrum van 5 tot 6 meter, werd bij de ingang van de sporthal neergezet. ‘Omdat het gebouw een meter of 10 à 12 hoog is, moesten we iets neerzetten dat meteen al toont. Met deze Acer hebben we een echte blikvanger’, licht De Ruiter toe. Naast de Acer noemt hij ook de Pterocarya fraxinifolia ‘Heereplein’, eveneens 5 tot 6 meter hoog, als een boom met een mooie sierwaarde. ‘Hier komen ‘s zomers groene, hangende vruchtkatjes in.’
Biodiversiteit
Daarnaast hielden de mannen rekening met (herfst)kleuren, bloeitijdstippen en de bijdrage aan de biodiversiteit. De Ruiter vertelt dat er bijvoorbeeld bewust laatbloeiende soorten zijn gekozen, zoals de Koelreuteria paniculata (bloeit in juli en augustus) en de Heptacodium miconioides(bloeit in september). ‘Dit zorgt ervoor dat insecten het hele jaar door voldoende voedsel kunnen vinden.’
Daarnaast hebben ook de nest- en schuilmogelijkheden van de meerstammigen en de struikklimop volgens De Ruiter een positieve invloed op de biodiversiteit. ‘Het gaat niet alleen om de sierwaarde, maar ook om de bijdrage aan de natuur.’ Bovendien is gekeken naar de klimaatbestendigheid van het sortiment. Zo moet de beplanting goed tegen extreme droogte én nattigheid kunnen.
Ook wijst De Ruiter op het onderscheid tussen inheemse en uitheemse soorten. Aan de straatkant is gekozen voor uitheemse soorten, terwijl aan de achterkant van het gebouw alleen inheemse soorten, waaronder tamme kastanjes, wilgen, hulst, elzen en veldesdoorns, zijn aangeplant. ‘Met de keuze voor inheemse soorten aan de achterkant - waar de sporthal grenst aan een park - gaat de beplanting mooi op in de natuurlijke omgeving. Bovendien hebben we nog zo’n 650 stuks bosplantsoen aangeplant in de ‘bufferzone’ tussen de sporthal en de beek, om een zo natuurlijk mogelijke overgang te creëren.’
Divers sortiment
De aanleg van het groen is verzorgd door Brouwers Groenaannemers in De Moer. Projectmanager Bas Cuelenaere vertelt dat hij met veel plezier aan het project heeft gewerkt. ‘Het leuke aan dit project is de diversiteit aan beplanting. Er zijn zeker tien verschillende soorten bomen aangeplant en ook bij de heesters, vaste planten en hagen is niet gekozen voor standaardsoorten. Dit soort projecten, waarbij men kiest voor een divers en bijzonder sortiment in grote maten, zie je niet vaak bij gemeenten. Wat dat betreft loopt de gemeente Tilburg wel voorop.’
Cuelenaere kijkt verder met een goed gevoel terug op het project. ‘Door die diversiteit is de beleving groot. Iedere maand bloeit er wel weer iets anders. Bovendien speel je met zo’n sortiment in op de biodiversiteit en klimaatverandering. Dat wordt naar de toekomst toe nog een uitdaging voor veel gemeenten. Je kunt dit concept dus wel het ‘nieuwe groen’ voor gemeenten noemen.’ Hij prijst daarbij de samenwerking met Thomas de Ruiter en Peter van Doren. ‘We hebben dezelfde visie op groen; dat werkt heel fijn. Bovendien komen we allemaal uit de buurt, waardoor je dezelfde taal spreekt. Dat geeft nog weer een extra kick!’
Voorbeeldproject
Ook De Ruiter is tevreden over de samenwerking binnen het ‘groenteam’. Dat is volgens hem ook belangrijk, omdat er steeds meer kennis verdwijnt bij gemeenten. ‘Bovendien hebben gemeenten te maken met de effecten van de klimaatverandering, waardoor items als waterberging en hittestress steeds belangrijker worden. Daarom is het ook zo mooi dat de gemeente Tilburg budget heeft vrijgemaakt voor dit project. Het is voor ons zelfs een voorbeeldproject, waar we af en toe met klanten langsgaan.’
Van Doren is ook blij met het eindresultaat. ‘Het was een hele puzzel, maar er zijn meer bomen teruggekomen, het water wordt op een natuurlijke manier opgevangen, er is minder verharding en het geheel heeft een vriendelijkere uitstraling gekregen. Uiteindelijk heeft het eindresultaat dus voor alle disciplines een meerwaarde!’
Het volledige artikel is verschenen in Vakbloed Groen, editie 6-2021. Lees het hier.